Con abbandomo

Om kwart over zeven, het is nog donker, ben ik pas echt klaarwakker. De ochtend, toch al niet mijn favoriete deel van de dag, lacht mij toe. Ik lach niet terug. Gepakt en gezakt, fiets ik de kou in, op weg naar baan 7. Uit sommige woningen komt vaag nog het schijnsel van de kerstverlichting door de gordijnen heen. Het is vanaf vandaag afgelopen met de verwennerij, we hebben wekenlang kunnen genieten van de vrije zaterdag. Uitslapen is afgelopen, het is weer werken geblazen.

De winter is het spoor helemaal bijster. De temperatuur haalde afgelopen week zelfs de dubbele cijfers. Vandaag is het toch wel wat kouder. Vandaag drukt een lagedrukgebied vanuit het zuidwesten haar stempel op het weerbeeld. De wolken rollen in het tempo van een op hol geslagen knol voorbij. De temperatuur staat op een drietal graden. De echte wintersportliefhebbers balen enorm van dit weer. Voor ons, lopers, is het goed te hebben. Gewoon lekker fris loopweer.

Het is bijna acht uur en de basisgroep vertrekt. De afstand van 20 kilometers tegemoet. We beginnen 2014 in stijl; we walsen de eerste training in. Kortom, we hebben de voorbereiding ontgrendeld, we kunnen weer echt helemaal los. We lopen de route in tegenovergestelde richting, want dit is blijkbaar beter, psychologisch gezien. Regina, Trees, Tineke, Mary ondersteund door de casanova’s van de marathon, inderdaad Rik en Ger. Hannie en Willem volgen gedwee op de fiets. Deze groep weet het zelf het beste; ze gaan zichzelf fysiek en mentaal testen, ze duiken in hun angst. Voor de ‘oudjes’ is dit gesneden koek.

Mooi is te zien dat het besluit om 20 kilometers te lopen niet meer tot mopperen leidt. Nee, het tegenovergestelde lijkt het geval te zijn. Ze zijn getergd, dus als de remmen los mogen, houdt niets deze basisgroep tegen. Met langzame, kleine daadkrachtige stapjes, soms een beetje zwevend, bewegen ze zich voort richting Knegselseweg. Een stevige warming up bij de scouting en vervolgens weer gaan met die banaan.

Een rustig, ingehouden, maar wel vastberaden opening zet de toon. Het hoeft ook helemaal niet hoogdravend te zijn, maar ook zeker niet allemaal ‘lowbrow’. Na een kilometer of drie is duidelijk te zien dat ze weer het brandende vuur hebben. Met smeulende razernij in de ogen stuwen ze elkaar voort.

Het is een mooi gezicht. Van meet af aan is zichtbaar dat het vandaag veel inzet vraagt. Het gaat erom dat je niet van ene climax naar de andere hoeft te springen, het is juist de kunst om simpelweg één ritme vast te houden. Deze groep weet dat als geen ander. Rik en Ger zeer zeker. Hun onschuldige studentenlook is bedrieglijk, want deze mannen kennen het klappen van de zweep. Ze zijn liever fanatiek dan onverschillig. Ze lopen over van gretigheid, het plezier spat er van af. Tineke en Trees geven onbewust het tempo aan, ze lopen een twintigtal meters voor de rest van de groep.  Mary en Regina lopen heel bedachtzaam. Ze hebben oog voor elkaar, houden elkaar goed in de gaten. De energie waait van de een naar de ander. Ze stijgen boven zichzelf uit.

Na de geitenboerderij rechts af en het is ongelooflijk, we lopen, op zo’n korte afstand van GVAC, door een prachtige natuur. We lopen door een prachtige prikkelarme omgeving zoals dit bos. Het lijkt wel een stilteoefening, je kunt de vogels horen, zelfs een vlieg maakt in deze stilte een oorverdovende zoem.

Je kunt de natuurgeluiden voelen, je hoeft er je ogen niet voor dicht te knijpen. Je ervaart de rijkdom van de natuur. Er volgt ons een apocalyptisch avontuur, waarvan je nooit zeker weet of het écht plaatsvindt of dat we ‘dagdromen’. Ik twijfel nu of het pilletje dat ik in het begin heb genomen wel een druivensuikertje was. Woorden, beelden, dromen, kleuren, klanken en herinneringen stuiteren in het bosperceel op en neer.

De groep boldert door. Het gaat ze allemaal tamelijk gemakkelijk af. Meter na meter, kilometer na kilometer wordt opgepeuzeld.

Bij het kapelletje wordt een korte stop ingelast. Even tijd voor het verorberen van een banaan of voor het nemen van een extra slok. De stop is echt kort, want het merendeel van de groep wil lekker in het ritme blijven. Het gaat nu lekker, dus waarom niet doorgaan en zo is het ook.

De groep Evert, George, Arjan en Reli haalt ons in. Ze denderen als een wervelwind voorbij. Het haalt Regina en Mary en ook de rest van de groep niet uit hun balans. Ze houden hun tempo stevig vast, zowel het tempo van het lopen als van het babbelen. Met af en toe een uitbundige luide lach laten ze horen dat ze er nog steeds plezier in hebben. Vlak bij het kanon komen Hannie en Niek voorbij. Ook dit groepje heeft er een stevige pas in en het gaat hen zo te zien moeiteloos af.

De vermoeidheid wordt langzaam maar zeker voelbaar maar gooit geen zand in de tandwielen. Op de moeilijke momenten kun je het duidelijk zien. Het trainen in een groep betekent elkaar optillen naar een hoger niveau en iedereen heeft wel eens een zetje in de rug nodig om over het ‘dode’ punt te komen. Ze zijn steeds opnieuw bereid elkaar dat zetje te geven. Ook Rik gaat onverdroten door, hij heeft op zo’n momenten veel weg van een vurige Espada.

Via de Zittard komen we op de Schooterweg. De bladeren op de grond blinken in het vocht. Een deel is zo vergaan dat ze één zijn geworden met de grond. Ze vormen een soort ‘petazzie me skrewsaus’, uitkijken dus dat je niet op je gezicht gaat. De schoenen van Trees krijgen hun eerste ´modderdoop´. Mooi wit wordt mooi donker bruin.

Nog een paar honderd meters en deze eerste training is ten einde. Ze hebben gevochten als leeuwen en met vochtige manen wordt de meet gehaald.

Ze zijn opgelucht en tevreden. Ze zijn trots en terecht. Goed gelopen en elkaar goed gestimuleerd. Cooling down, douchen en dan naar de voortreffelijke traktatie van onze Marjolijn. Het was heerlijk. Marjolijn bedankt.

Je ziet het:  marathontraining is als het leven; het kan alleen achterwaarts worden begrepen, maar het moet voorwaarts worden geleefd.

Ook deze twintig kilometers werden bestreden con abbandomo oftewel met overgave.

Tot volgende week, groet Willem.